• ex·hi·bi·ti·o·nis·me
enkelvoud meervoud
naamwoord exhibitionisme -
verkleinwoord - -

het exhibitionismeo

  1. (medisch) psychische stoornis gekenmerkt door het ontlenen van seksuele opwinding aan het vertonen van de geslachtsdelen aan onbekenden
  2. (pejoratief) het te nadrukkelijk laten zien van iets persoonlijks, oneervols of afstotends
    • de nieuwe sociale media zijn voor sommigen tot een vorm van exhibitionisme verworden 
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]