examenvak
- exa·men·vak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | examenvak | examenvakken |
verkleinwoord |
het examenvak o
- (onderwijs) een schoolvak van de middelbare school waarin men examen kan of moet doen
- Leuke, maar pittige vragen maandag bij het examenvak Maatschappijwetenschappen (MAW) op de havo. En veel leeswerk. ,,Maar qua lengte goed te doen,” reageert vakdocent Maaike Sierhuis van het Alkmaarse Jan Arentsz.[2]
- Rond de 8000 leerlingen hebben vorig jaar één of meer examenvakken eerder gemaakt.[3]
- Het woord examenvak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "examenvak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf ARIANNE MANTEL 22 mei 2017
- ↑ de Telegraaf ARIANNE MANTEL 06 apr. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be