• eter·ni·ty
  • Afkomstig van het Oudfranse woord "eternité", dat van het Latijnse woord aeternitas komt.
  • Engels zelfstandig naamwoord met het achtervoegsel -ity.
enkelvoud meervoud
eternity eternities

eternity

  1. eeuwigheid
  2. eindeloosheid
  3. oneindigheid
  4. onvergankelijkheid
  5. (religie) eeuwige leven