Het estuarium van de Westerschelde   op een luchtfoto.
  • es·tu·a·ri·um
  • van Latijn aestuarium, in de betekenis van ‘trechtervormige riviermonding’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord estuarium estuaria
estuariën
verkleinwoord estuariumpje estuariumpjes

het estuariumo

  1. (aardrijkskunde) door getijdenstromen trechtervormig verwijde riviermond
50 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[4]