erotomaan
- ero·to·maan
- afleiding van erotomanie[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erotomaan | erotomanen |
verkleinwoord |
de erotomaan m
- persoon die te zeer geobsedeerd is door erotische verlangens
- ▸ De hierboven aangehaalde meneer worstelt vermoedelijk met een querulantenneurose of is erotomaan, en dat is nog veel erger. Wat nou godverdomme dat ik geen mening mag hebben over de debilisering van Nederland.[2]
- ▸ Het koninklijk huis voelde zich altijd als een vis in het water in het romantisch-feodale milieu van de Hofstad. De stad bood een keur aan zowel spiritueel als erotomaan vermaak voor de leden van de hoogste familie. Tegelijkertijd blonk de stad uit in discreet stilzwijgen.[3]
- (medisch) psychische aandoening waarbij iemand zich inbeeldt dat een ander verliefd op hem of haar is, romantische gevoelens koestert of openstaat voor romantische toenadering, terwijl daarvan in werkelijkheid geen sprake is
- [1] minziek, seksmaniak
- [2] syndroom van Clérambault
- [1] nymfomaan
1. persoon die te zeer geobsedeerd is door erotische verlangens
- Het woord erotomaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erotomaan" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ik eis een staatsgreep!” (20/05/2016), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Leve Willie, koning der huisvrouwen en homofielen!” (27/04/2018), HP de Tijd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be