eresabel
  • ere·sa·bel
enkelvoud meervoud
naamwoord eresabel eresabels
verkleinwoord

de eresabelm

  1. (militair) een van de hoogste Nederlandse militaire onderscheidingen voor dapperheid
     Het museum laat karakteristieke objecten zien, zoals haar ’vosje’, haar helm en de eresabel die ze aan generaal Eisenhower uitreikte. Ook zijn er interviewfragmenten en historisch beeld- en filmmateriaal te zien.[2]
     De titel van de bundel verwijst naar de sabel die destijds bij het ministerstenue hoorde, maar ook naar de eresabel die Colijn kreeg voor zijn militaire verrichtingen in Nederlands-Indië.[3]
42 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Balkenende opent Wilhelmina-tentoonstelling” (09-03-2005), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “De Bruijn, leerling Puchinger maar met eigen stijl” (30-12-2011), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be