epidemisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: epidemisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- epi·de·misch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | epidemisch | epidemischer | |
verbogen | epidemische | epidemischere | |
partitief | epidemisch | epidemischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
epidemisch
- van de aard van een epidemie
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord epidemisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.