• eog
enkelvoud meervoud
naamwoord eog eog's
verkleinwoord

de eogv

  1. (medisch) meting van het kleine spanningsverschil tussen het hoornvlies en het netvlies
     Nadat ze zich had omgekleed zat ze geduldig te wachten terwijl we een halfuur bezig waren met het aanbrengen van elektroden op haar hoofd om haar eeg te registreren, naast haar ogen voor de eog en op haar kin voor haar emg.[1]
  1.   Weblink bron
    Antonio Zadra & Robert Stickgold
    “Als we dromen: De wetenschap en mysteries rondom slaap” (2021), Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum, Amsterdam, ISBN 9789000379255, hfst. 4


enkelvoud meervoud
naamwoord   eog     eoged  

eog m

  1. (straalvinnigen) zalm


eog m

  1. (straalvinnigen) zalm