• en·sce·ne·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord enscenering ensceneringen
verkleinwoord

de ensceneringv

  1. vormgeving van een toneelstuk, opera of film
    • Het was de eerste enscenering van Kosminski, die sinds 2006 artistiek directeur van het theater in Mannheim is. Vanaf donderdag zal alleen de muziek van de opera worden uitgevoerd. Volgens getuigen waren er al bij de repetities heftige discussies over het stuk. [2] 
    • Volgens Grillo geeft het incident rond de nepvertaling aan 'dat het leven pure enscenering is geworden', zo schrijft Grillo op zijn veelgelezen blog. 'Alles wat jullie zien, is vals of misschien waar, maar dat maakt inmiddels niemand meer wat uit.' [3] 
    • Believe gaat op 26 november in première. Het is een moderne Romeo en Julia-enscenering over verlangen, jaloezie en ware liefde. [4] 
85 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]