energiesector
- ener·gie·sec·tor
- samenstelling van energie en sector
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | energiesector | energiesectoren energiesectors |
verkleinwoord |
de energiesector m
- bedrijfstak die zorgdraagt voor productie, transport en handel in energie en brandstoffen
- Nog niet eerder werden zoveel grote hervormingen tegelijk in gang gezet, vaak met steun van oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties. Dat gebeurde in de zorg en het onderwijs, op de arbeidsmarkt en de woningmarkt, en in de AOW, de energiesector en de financiële sector. [1]
- Het woord energiesector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Troonrede 2016