Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ener·gie·be·spa·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen energiebesparend energiebesparender energiebesparendst
verbogen energiebesparende energiebesparendere energiebesparendste
partitief energiebesparends energiebesparenders -

Bijvoeglijk naamwoord

energiebesparend

  1. van iets dat het zorgt dat men minder energie nodig heeft voor hetzelfde resultaat
     In het rapport van de onderzoekers wordt gesproken van een uitzonderlijke situatie. Normaal worden in ziekenhuizen industriële wasmachines gebruikt die op hogere temperaturen wassen met ontsmettingsmiddel. Het probleem kan zich vooral voordoen bij normale wasmachines omdat huishoudens meestal blijken te wassen op temperaturen tussen de 30 en 40 graden. Dat is energiebesparend, maar volgens de onderzoekers worden bij deze temperaturen geen bacteriën gedood. De ideale temperatuur hiervoor is 60 graden of hoger.[1]
     Het is volgens haar niet aangetoond dat invoering van de zomertijd energiebesparend is. Nederland en België kennen sinds 1977 een zomertijd. Sinds 1996 wordt in de Europese Unie in het laatste weekend van maart en oktober de klok vooruit- en achteruitgezet.[2]
     De daktuinen vangen water op, verminderen dus de wateroverlast en verbeteren de luchtkwaliteit. "Ze trekken planten, beestjes en vogels aan. En ze werken energiebesparend", meent de Natuur- en Milieufederatie Groningen (NMG). "In de winter houden ze warmte vast, in de zomer geven ze verkoeling". Dat laatste is prettig, zeker tijdens een hittegolf.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kinderen in Duits ziekenhuis raakten besmet door 'vuile' wasmachine” (Zondag 6 oktober 2019, 16:04), NOS
  2.   Weblink bron “Europees Parlement wil af van het verzetten van de klok” (Dinsdag 26 maart 2019, 13:50), NOS
  3.   Weblink bron
    Jeroen Schutijser
    “Steeds meer gemeenten subsidiëren daktuinen” (Donderdag 1 juli 2010, 15:55), NOS