• em·bo·lis·me
  • afgeleid van het Griekse 'embolon' met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord embolisme embolismen
verkleinwoord embolismetje embolismetjes

het embolismeo

  1. (religie) toevoeging in een gebed
    • Libera nos, quaesumus, Domine, ab omnibus malis (Verlos ons, Heer, van alle kwaad) etc. 
  2. (medisch) embolie ??