emancipatieraad
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: emancipatieraad (hulp, bestand)
- IPA: / ˌemɑnsiˈpa(t)siˌrat / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- eman·ci·pa·tie·raad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van emancipatie zn en raad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emancipatieraad | emancipatieraden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de emancipatieraad m
- (regering) (geschiedenis) groep mensen die een overheid heeft benoemd om advies te geven over het tegengaan van discriminatie
Deze raden bestonden in Nederland vooral in het laatste kwart van de 20e eeuw en waren meestal gericht op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. De rijksoverheid kende een Emancipatieraad van 1981 tot 1996.- ▸ Minister Lodewijk Asscher vertelt over zijn moeder Irene Asscher Vonk. Een feministe van het eerste uur die een baan had, in de emancipatieraad van de SER zat en door mannen ‘mevrouwtje’ werd genoemd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'emancipatieraad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bo van Houwelingen & Caroline van Keeken“Machtige vrouwen moeten vooral lekker naar huis gaan” (18 november 2014) op nrc.nl