elideren
- eli·de·ren
- uit het Frans [1]
elideren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
elideren |
elideerde |
geëlideerd |
zwak -d | volledig |
- Het woord 'elideren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "elideren" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ elideren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be