elevatorbak
- Geluid: elevatorbak (hulp, bestand)
- IPA: / ˌeləˈvatɔrˌbɑk / (5 lettergrepen)
- ele·va·tor·bak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elevatorbak | elevatorbakken |
verkleinwoord | elevatorbakje | elevatorbakjes |
de elevatorbak m
- (waterbeheer) vaartuig (bak), meestal zonder aandrijving, geschikt om grond te transporteren
- Het woord 'elevatorbak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron De dam over de Plaat van Onrust (1959) in: Driemaandelijks bericht Deltawerken, nr. 7, Staatsuitgeverij, p. 43