elektrolytisch
- elek·tro·ly·tisch
- afgeleid van elektrolyt met het achtervoegsel -isch (met het voorvoegsel elektro-)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | elektrolytisch | elektrolytischer | |
verbogen | elektrolytische | elektrolytischere | |
partitief | elektrolytisch | elektrolytischers | - |
elektrolytisch [1]
- betrekking hebbend op elektrolyse, waarbij gebruikgemaakt wordt van elektrolyse
1.
- Het woord elektrolytisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.