Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eland·jacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elandjacht elandjachten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de elandjachtv / m

  1. achtervolgen van bepaalde grote herten, Alces alces  , uit de poolstreken
     Luke is met zijn vader op jacht, elandjacht. Ook in de huidige moderne tijd is de jacht op een eland om een voedselvoorraad voor de winter op te bouwen nog heel gebruikelijk.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Els de Jong-van Gurp
    Boeken-kort : Tot aan het bittere eind (30 december 1985) in: Nederlands Dagblad  , p. 4 kol. 6