elandjacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: elandjacht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈelɑntˌjɑxt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- eland·jacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eland zn en jacht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elandjacht | elandjachten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- achtervolgen van bepaalde grote herten, Alces alces , uit de poolstreken
- ▸ Luke is met zijn vader op jacht, elandjacht. Ook in de huidige moderne tijd is de jacht op een eland om een voedselvoorraad voor de winter op te bouwen nog heel gebruikelijk.[1]
Synoniemen
- elandenjacht (uitspraakvariant)
Gangbaarheid
- Het woord 'elandjacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Els de Jong-van GurpBoeken-kort : Tot aan het bittere eind (30 december 1985) in: Nederlands Dagblad , p. 4 kol. 6