Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·wit·arm
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eiwitarm eiwitarmer eiwitarmst
verbogen eiwitarme eiwitarmere eiwitarmste
partitief eiwitarms eiwitarmers -

Bijvoeglijk naamwoord

eiwitarm [1]

  1. van voedsel dat het weinig proteïne bevat
    • „Het gevolg van Joris’ ziekte is dat we ons aan een heel eiwitarm dieet moeten houden en heel creatief moeten plannen met eten. Zeker als we ergens heengaan. Je merkt dat het Joris frustreert dat hij heel veel niet mag of kan”, legt Prent uit. [2] 
    • Het gaat dan niet om de klassieke drijfmest met een hoog gehalte aan stikstof, maar om ”goede” mest: mest met een lager stikstofverlies (weinig uitlek naar lucht, bodem en water). Deze mest komt tot stand door keuzen van de veehouder vanuit de kringloopgedachte. De mest is het product van aanpassingen in het gehele bedrijf: van het voer van het melkvee tot een eiwitarm en vezelrijk dieet (dat minder stikstof bevat), van bodemmanagement tot bemestingstechnologieën. [3] 
    • Bij olifant Phyo Phyo werd een tijd geleden een nierfalen geconstateerd. Met eiwitarme voeding en medicatie probeerden de verzorgers de situatie onder controle te houden. [4] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen