eindbestemming
- eind·be·stem·ming
- samenstelling van eind en bestemming
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eindbestemming | eindbestemmingen |
verkleinwoord | - | - |
de eindbestemming v
- de plaats waar men uiteindelijk naar toereist
- Deze trein heeft Groningen als zijn eindbestemming.
1. de plaats waar men uiteindelijk naar toereist
- Het woord eindbestemming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.