(plantkunde)(bosbouw) een rechtop gaande houten schacht van een eikenboom
Op open plekken doen vluchten rood-zwarte atalanta's (schoenmakervlinders) zich tegoed aan neergevallen lijsterbessen. Achterin het bos ontdek ik enige biefstukzwammen in een eikenstam; een lichtgele hoed met erboven een lelijke bobbel is waarschijnlijk een jong exemplaar. Ondanks zijn veelbelovende naam, levert de biefstukzwam slechts een `matig gewaardeerd hapje' op, volgens mijn paddestoelengids. [2]
In januari 2006 kon hij op de jaarlijkse rondhoutveiling in Arnhem een eikenstam van een meter of vijftien kopen, niet helemaal de gewenste dikte, niet helemaal noestvrij. Maar wel afkomstig van het landgoed Windesheim, ten zuiden van Zwolle („denk aan het IJsseldal”). [3]