Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·ke·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van eikel met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eikelig eikeliger eikeligst
verbogen eikelige eikeligere eikeligste
partitief eikeligs eikeligers -

Bijvoeglijk naamwoord

eikelig

  1. vervelend gedrag (van mannen)
    • (pejoratief) Eikelig gedrag op de werkvloer zorgt voor veel ziekteverzuim. 

Gangbaarheid