Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ega·li·tair
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen egalitair egalitairder egalitairst
verbogen egalitaire egalitairdere egalitairste
partitief egalitairs egalitairders -

Bijvoeglijk naamwoord

egalitair

  1. algemene maatschappelijke gelijkheid willend of voorstaand
    • in dit tijdperk van hebzucht zijn er niet veel meer met egalitaire opvattingen 
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be