effigie
- ef·fi·gie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | effigie | - |
verkleinwoord | - | - |
de effigie v
- voorstelling van een bepaalde persoon in de vorm van een beeld of afbeelding
- ▸ Cromwells einde was treurig. (…) Zijn lichaam werd gebalsemd en in het geheim begraven; tien dagen later volgde een pompeuze staatsbegrafenis in Westminster Abbey, waarbij hijzelf in effigie aanwezig was, in de gedaante van een wassen pop.[2]
- ▸ ⧖ De effigie van Roelof Bicker, vertoont tenminste het karakter van den goedigen, niet hoog timmerenden, volbloedigen rijkaard, die door de gemakkelijk vloeiende penseelstreek van den wijdvermaarden schilder van den Schuttersmaaltijd aan de nakomelingschap overgeleverd werd.[3]
- in effigiein de vorm van een pop, symbolisch
- Het woord effigie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Benno Barnard“Heer der hooligans” (13 april 2007) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron G.D. GratamaTentoonstelling van oude kunst uit het bezit van bewoners van Haarlem en omstreken in: Onze Kunst., jrg. 14 deel 2 (najaar 1915), L.J. Veen, Amsterdam, p. 80