• een·vor·mig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord eenvormigheid eenvormigheden
verkleinwoord

de eenvormigheidv

  1. het dezelfde vorm of hetzelfde uiterlijk hebben; de mate waarin zaken of personen dezelfde vorm of hetzelfde uiterlijk hebben
     "Terreurorganisaties leveren allemaal hetzelfde 'product', de gewapende strijd. Daarom hebben ze vaak ook gemeenschappelijke elementen, bijvoorbeeld wapens, zoals een zwaard", legt Beifuss de eenvormigheid uit. "Het is moeilijker om je te differentiëren dan bij een bedrijf, dat vaak een ander product levert dan de concurrent."[2]
     "Ik geloof niet dat het regime in staat is dezelfde eenvormigheid te produceren als in de Sovjettijd," zegt hij. "Volgens mij is dat onmogelijk."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “"Al-Qaida heeft geen logo nodig"” (28-06-2013), NOS
  3.   Weblink bron “Russisch onderwijs zet stevig in op patriottisme” (08-03-2020), NOS