• Afgeleid van bore met het achtervoegsel -dom
  • IPA: /'boʊrdəm/
  • bore·dom
enkelvoud meervoud
boredom boredoms

boredom

  1. verveling
    «The fun never ends and there is no room for boredom
    De pret eindigt nooit en er is geen plaats voor verveling.
  2. mufheid, meligheid
  3. (psychologie), (filosofie) verveling
  • gemoedstoestand

to cause boredom

  • Vervelen.

deadly boredom

  • Een dodelijke verveling.

to die of boredom

  • Doodgaan van verveling.