eenuursvak
- Geluid: eenuursvak (hulp, bestand)
- een·uurs·vak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenuursvak | eenuursvakken |
verkleinwoord |
het eenuursvak o
- (onderwijs) een vak dat gedurende één lesuur per schoolweek wordt gegeven
- ▸ Als je een eenuursvak bent en je wordt door de schoolleiding, die zelf nooit meer aan correcties van proefwerken hoeft te doen, gedwongen om met het proefwerkweekcircus mee te doen, dan loop je psychisch en fysiek gevaar.[1]
- Het woord eenuursvak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Eenuursvak en proefwerkweek”