0 1 1 1
eenhonderdelf,
op een abacus
  • een·hon·derd·elf

eenhonderdelf

  1. "111", langere vorm van honderdelf, honderd plus elf (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdelf euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdelf. 
  • honderdelf (deze kortere vorm is de gangbare vorm)

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdelf" ht als linkerdeel