eenhonderddertig
0 | 1 | 3 | 0 |
eenhonderddertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderddertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərˈdɛrtəx / (5 lettergrepen)
- een·hon·derd·der·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en dertig ht
eenhonderddertig
- "130", langere vorm van honderddertig, honderd plus dertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderddertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderddertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderddertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.