honderddertig
0 | 1 | 3 | 0 |
honderddertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderddertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈdɛrtəx / (4 lettergrepen)
- hon·derd·der·tig
- samenstelling van honderd ht en dertig ht
honderddertig
- "130", het getal tussen honderdnegenentwintig en honderdeenendertig, honderd plus dertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderddertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderddertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderddertig" ht als linkerdeel
1. het getal 130
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderddertig | honderddertigs |
verkleinwoord | honderddertigje | honderddertigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 130 is aangeduid
- Als jij honderddertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de honderddertig mv
- groep van 130 eenheden
- Die honderddertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord honderddertig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.