economielerares
- eco·no·mie·le·ra·res
- samenstelling van economie en lerares
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | economielerares | economieleraressen |
verkleinwoord | economieleraresje | economieleraresjes |
de economielerares v
- aardrijkskundelerares, biologielerares, geschiedenislerares, godsdienstlerares, handvaardigheidlerares, informaticalerares, muzieklerares, natuurkundelerares, scheikundelerares, sportlerares, technieklerares, tekenlerares, wiskundelerares
- economieboek, economieles, economieleraar, economielokaal, economieonderwijs
- Het woord 'economielerares' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.