Een e-bike

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • e-bike
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Engelse woord  bike zn  met het voorvoegsel e-
enkelvoud meervoud
naamwoord e-bike e-bikes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de e-bikem

  1. (verkeer) een fiets met een elektrische motor
    • Bij een e-bike behaald de trapondersteuning een maximale snelheid van 25 kilometer per uur. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie