dwingelandij
- dwin·ge·lan·dij
- afgeleid van dwingeland met het achtervoegsel -ij [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwingelandij | dwingelandijen |
verkleinwoord | dwingelandijtje | dwingelandijtjes |
de dwingelandij v
- acties om je eigen zin te willen doordrijven
- Door dwingelandij wist de huilende peuter zijn zin door te drijven
- het op onrechtvaardige wijze heersen
- De wrede heerser wist door dwingelandij de baas te blijven.
- Het woord dwingelandij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dwingelandij" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ dwingelandij op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be