• Afgeleid van het Proto-Slavische *dъva

dwa

  1. twee; "2", het getal tussen één en drie


  • Afgeleid van het Proto-Slavische *dъva

dwa

  1. twee; "2", het getal tussen één en drie


  • dwa
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *dъva

dwa m

  1. twee; "2", het getal tussen één en drie


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *dōną

dwa

  1. doen


Telwoord (pol)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027
  • dwa
  • Afgeleid van het Proto-Slavische *dъva

dwa

  1. twee; "2", het getal tussen één en drie
Naamval Meervoud
Bezield mannelijk Onzijdig & Onbezield mannelijk Vrouwelijk
Nominatief Vocatief dwaj / dwóch dwa dwie
Genitief dwóch
Datief dwóm
Accusatief dwóch dwa dwie
Instrumentalis dwoma dwoma / dwiema
Locatief dwóch