Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • duin·gras·mot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duingrasmot duingrasmotten
verkleinwoord duingrasmotje duingrasmotjes

Zelfstandig naamwoord

de duingrasmotv / m

  1. (vlinders) Thisanotia chrysonuchella   een vlinder uit de familie grasmotten (Crambidae). De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 24 en 34 millimeter. De soort overwintert als rups. De duingrasmot heeft ruig schapengras en andere grassen als waardplanten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie