duiklood
- duik·lood
- samenstelling van duik en lood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duiklood | |
verkleinwoord |
het duiklood o
- het lood dat een duiker of snorkelaar bij het duiken/snorkelen, onderdeel van snorkeluitrusting of duikuitrusting.
- Het duiklood zorgde ervoor dat de duiker zwaar genoeg was om onder water te blijven.
- Het woord 'duiklood' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.