Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·tjes·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbeltjeswerk
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dubbeltjeswerko

  1. (economie) marktsituatie met kleine koersverschillen
  2. (economie) iets wat maar weinig geld oplevert

Gangbaarheid