dubbelkelk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dubbelkelk    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• dub·bel·kelk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dubbel  en  kelk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dubbelkelk	dubbelkelken
verkleinwoord	dubbelkelkje	dubbelkelkjes

Zelfstandig naamwoord

de dubbelkelk m

1. (bloemplanten) Helminthotheca echioides  een eenjarige plant, die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae ). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als een soort die in Nederland vrij zeldzaam en stabiel of toegenomen is. De plant komt van nature voor in Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika en is van daaruit verspreid naar Noord-Amerika

Synoniemen

• dubbelkruid

Hyperoniemen

• bitterkruid, composietenfamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Afgeleide begrippen

• dubbelkelkwinde
• dubbelkelkbladroller

Gangbaarheid

• Het woord 'dubbelkelk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] dubbelkelk in het Nederlands Soortenregister N
• [1] dubbelkelk op Wikidata
• [1] dubbelkelk op "Wilde planten in Nederland en België" ♣