het optreden van een drumband
  • drum·band
enkelvoud meervoud
naamwoord drumband drumbands
verkleinwoord

de drumbandm

  1. een band met voornamelijk trommels die vooral optreden tijdens optochten
    • Dit wordt het jaar van de strijd tegen de vetzucht. Je kon het in de kwaliteitskranten lezen: dik is uit. Er moet minder gegeten en meer bewogen worden. Niet gewoon bewogen maar echt bewogen, al hoeft het geen sporten te worden. Ramen lappen, gras maaien, in een drumband spelen, raar dansen, gepassioneerd seksen, die dingen volstaan. Maar dan wel elke dag.[2] 
    • Op het plein waar eens opstandige slaven hun straf gedwee ondergingen, bewonderen supporters van Oranje anno 2014 een Braziliaanse drumband. Ze deinen mee op de opzwepende percussie. Het WK voetbal neemt de reizende aanhanger mee door de geschiedenisboeken, soms ongemerkt.

      In het winkeltje op Largo do Pelourinho is voortdurend die ene clip te zien van Michael Jackson. Hij zingt, woedend: 'All I wanna say is that they don't really care about us', terwijl hij staccato danst op de blinkende klinkers, begeleid door capoeira, de Braziliaanse, door slaven uit Afrika meegenomen rite met dans en drums.[3]
       
97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Karel Knip 13 januari 2017
  3. Volkskrant WILLEM VISSERS 13 juni 2014,
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be