• druk·nings·ulyk·ke
Naar frequentie 61268
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   drukningsulykke     m: drukningsulykken
v: drukningsulykka  
  drukningsulykker     drukningsulykkene  
genitief   drukningsulykkes     m: drukningsulykkens
v: drukningsulykkas  
  drukningsulykkers     drukningsulykkenes  

drukningsulykke, m / v

  1. ongeval door verdrinking, verdrinkingsongeval
    «En mann døde i en drukningsulykke lørdag kveld.»
    Een man overleed zaterdagavond door een ongeval door veerdrinking.


  • druk·nings·ulyk·ke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   drukningsulykke     drukningsulykka     drukningsulykker     drukningsulykkene  

drukningsulykke, v

  1. ongeval door verdrinking, verdrinkingsongeval