druipneus
- druip·neus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | druipneus | druipneuzen |
verkleinwoord |
de druipneus m
- een neus waar druppels neusvocht vanaf vallen
- Een druipneus heeft een 22-jarige Duitser knetterende ruzie met zijn vriendin bezorgd maar komt hem mogelijk ook nog op een fikse boete te staan, of erger. De man wilde bewijzen dat de lekkende kokkerd niet was te wijten aan cocaïnegebruik maar aan hooikoorts. Hij reed daarom naar de dichtstbijzijnde politiepost langs de autobaan en vroeg de dienders hem te controleren op drugs.[2]
- When Christmas Comes van Los Campesinos presenteert een verkouden zanger die het met zijn druipneus opneemt tegen een overdaad aan violen.[3]
1.
- Het woord druipneus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "druipneus" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 30 mei 2016 Druipneus leidt tot ruzie en boete
- ↑ NRC Jan Vollaard 9 december 2016 De beste en de sufste kerstliedjes
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be