Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drugs·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drugsgeld drugsgelden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het drugsgeldo

  1. geld dat verdiend is met drugshandel

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be