Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drugs·bri·ga·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drugsbrigade drugsbrigaden
drugsbrigades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drugsbrigadev

  1. onderdeel van de politie dat belast is met de bestrijding van handel en productie van verboden, verdovende middelen
     Tien dagen geleden vielen de collega’s van Brussel binnen in de kantoren van de federale gerechtelijke politie in Antwerpen. Zij hadden het gemunt op het kantoor van een hoofdrechercheur van de drugsbrigade. De man die ook in Antwerpen woont, kreeg ook thuis de Brusselse rechercheurs over de vloer.[1]
     De premier benadrukte dat het kabinet al allerlei maatregelen had genomen om de georganiseerde misdaad aan te pakken, maar dat de moord van woensdag de bewindslieden dwingt alles nog eens te wegen en ook nieuwe dingen te doen. Hij verwees onder meer naar de anti-drugsbrigade die het kabinet gaat instellen.[2]
     Het hoofd van de Thaise anti-drugsbrigade heeft excuses aangeboden aan de koper. Volgens hem is de auto na de inbeslagname grondig doorzocht, maar is toen behalve op de achterbank niets gevonden. "Vermoedelijk omdat de pillen heel goed verborgen waren."[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Patrick Lefelon
    “Climax in Antwerpse drugsoorlog: hoofdrechercheur opgepakt voor lekken aan criminelen” (06-06-2023, 22:00 Laatste update: 06-06-23, 22:15), Tubantia
  2.   Weblink bron “Rutte: wietroker moet zich realiseren wat hij doet” (Vrijdag 20 september 2019, 18:11), NOS
  3.   Weblink bron “Thailand veilt per ongeluk auto met bijna 100.000 drugspillen erin” (Zondag 26 januari 2020, 02:09), NOS