drinker
- drin·ker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drinker | drinkers |
verkleinwoord | drinkertje | drinkertjes |
de drinker m
- iemand die (te veel) alcohol drinkt
- De zware drinker sloeg zijn vrouw iedere dag.
- Hij ontkende dat hij een drinker was, maar de bloedtesten bewezen dat hij toch echt veel te veel zoop.
- Het woord drinker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drinker" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be