dries
Niet te verwarren met: Dries |
- dries
- [A] van Middelnederlands driesch [1][2]
- [B] van Nederlands Dries een verkorting van "Andreas"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dries | driesen |
verkleinwoord | - | - |
[A] de dries m
- (landbouw) braakliggend akkerland
- Op de driesen werd ook aan akkerbouw gedaan, zij het niet permanent zoals op de akkers, maar tijdelijk, volgens een specifiek systeem van wisselbouw. Nadat men er een aantal jaren na elkaar gewassen op had gekweekt, was de grond uitgeput en liet men die weer op krachten komen door er gras en onkruid te laten opschieten, zodat de dries nu een tijdlang als gemeenschappelijke weide dienst kon doen. [3]
- met gras begroeid gemeenschappelijke grond of dorpsplein
- Een dries is een aan de rand van of in een dorp gelegen open ruimte, die gemeenschappelijk eigendom was van de dorpsbewoners. [4]
- (landbouw) grasland
- In Kempenland is een dries in de regel een dicht bij de woning gelegen hoog stuk weiland, waarvan het gras (en het hooi: drieshooi), die van betere kwaliteit zijn dan het beemdhooi, tot voedsel voor koeien dienen. [5]
- (landbouw) erf bij een boerderij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dries | driezen |
verkleinwoord | - | - |
[B] de dries m
- (pejoratief) iemand die weinig nadenkt
- Altena vermijdt op een bewonderenswaardige manier de geijkte cliché's van de tragedie-vertalers. 'Vermetel' wordt bij hem 'een dolle dries', 'het rampzalige lijk' 'een zwaar bezocht lijk'. Bijna altijd blijken zulke vertalingen precies datgene te bevatten wat Euripides zegt. [6]
- Het woord dries staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dries" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dries op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Devos, M."Microtoponiemen en agrarische geschiedenis" in: Naamkunde. jrg. 32 nr. 1/2 (2000) Instituut voor Naamkunde en Dialectologie, Leuven / P.J. Meertens Instituut, Amsterdam; p.78; geraadpleegd 2019-04-19
- ↑ Dries op website: LeestekensVanHetLandschap.nl; geraadpleegd 2019-04-19
- ↑ Buiks, C.Laatmiddeleeuws landschap en veldnamen in de Baronie van Breda (1997) Van Gorcum, Assen; ISBN 9789023233206; p. 120; geraadpleegd 2019-04-19
- ↑ Oranje, H."'Fenicische vrouwen' komen weer tot leven" (11 mei 1996) op website: trouw.nl; geraadpleegd 2019-04-19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
dries |
gedries |
volledig |
dries
dries
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) dry