driepootvissen
- (IPA in voorbereiding)
- drie·poot·vis·sen
- samenstelling van driepoot zn en vissen zn
- driepootvis zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driepootvissen | |
verkleinwoord |
de driepootvissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord driepootvis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Triacanthodidae van straalvinnige vissen uit de orde van kogelvisachtigen (Tetraodontiformes )
- [2] kogelvisachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'driepootvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.