driehonderdenzevenenveertig
0 | 3 | 4 | 7 |
driehonderdenzevenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdenzevenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzevənənˌfertəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdennegenenveertig': /ˌdrihɔndərtɛnˈzøvənənˌfertəx/
- drie·hon·derd·en·ze·ven·en·veer·tig
driehonderdenzevenenveertig
- "347", langere vorm van driehonderdzevenenveertig, driehonderd plus zevenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdenzevenenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzevenenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdzevenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzevenenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzevenenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdenzevenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)