driehonderdennegenenveertig
0 | 3 | 4 | 9 |
driehonderdennegenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: driehonderdennegenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈneɣənənˌfertəx / (9 lettergrepen)
- drie·hon·derd·en·ne·gen·en·veer·tig
driehonderdennegenenveertig
- "349", langere vorm van driehonderdnegenenveertig, driehonderd plus negenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft driehonderdennegenenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdennegenenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- driehonderdnegenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdennegenenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "driehonderdennegenenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'driehonderdennegenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)