driehonderdenzevenentwintig

Nederlands

0	3	2	7

driehonderdenzevenentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdenzevenentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈzevənənˌtwɪntəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'driehonderdennegenentwintig': /ˌdrihɔndərtɛnˈzøvənənˌtwɪntəx/

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·ze·ven·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  zevenentwintig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdenzevenentwintig

1. "327", langere vorm van driehonderdzevenentwintig, driehonderd plus zevenentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdenzevenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenzevenentwintig. 

Synoniemen

• driehonderdzevenentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdenzevenentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdenzevenentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenzevenentwintig" ht als linkerdeel

• driehonderdenzevenentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdenzevenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.