Nederlands

       
0 3 1 1
driehonderdenelf,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·en·elf
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

driehonderdenelf

  1. "311", langere vorm van driehonderdelf, driehonderd plus elf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft driehonderdenelf euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdenelf. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdenelf" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)