driehonderdeneenentwintig

Nederlands

0	3	2	1

driehonderdeneenentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  driehonderdeneenentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌdrihɔndərtɛnˈenənˌtwɪntəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• drie·hon·derd·en·een·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  driehonderd ht,   en vw  en  eenentwintig ht 

Hoofdtelwoord

driehonderdeneenentwintig

1. "321", langere vorm van driehonderdeenentwintig, driehonderd plus eenentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft driehonderdeneenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot driehonderdeneenentwintig. 

Synoniemen

• driehonderdeenentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "driehonderdeneenentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• driehonderdeneenentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "driehonderdeneenentwintig" ht als linkerdeel

• driehonderdeneenentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'driehonderdeneenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.